#brruno liljefors
Explore tagged Tumblr posts
joostjongepier · 2 months ago
Text
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Wat?   Le peintre Bruno Liljefors (1906) door Anders Zorn, Chat sur un pré fleuri (1887), Le Chat Jeppe dans le soleil de printemps (1886),Renards (1886), Bergeronnette grise (1884), Croquis de lièvre variable, Lièvre variable (1905), Les Courlis (1913), Fin de soirée dans l’archipel-Baie d’Ägnö (1899),  Pygargues à queue blanche (Havsörnar) (1897) en Oies sauvages atterrissant (1899) door Bruno Liljefors
Waar?   Tentoonstelling Bruno Liljefors – Le Suède Sauvage in Petit Palais, Parijs
Wanneer?   22 november 2024
Vandaag ga ik op herhaling. Net als afgelopen dinsdag staat het Petit Palais op mijn programma. Dit keer echter niet voor een mij bekende schilder (Ribera), maar voor een tentoonstelling gewijd aan werk van een kunstenaar waar ik nog nooit van heb gehoord. Toch behoort Bruno Liljefors (want zo heet hij) tot de top drie van Zweedse schilders van de negentiende eeuw, samen met - de mij wel bekende - Lars Zorn en Carl Larsson.
Liljefors groeide op in Uppsala, bezocht de Koninklijke Zweedse Academie en reisde in Europa. In Frankrijk maakte hij kennis met ‘plein-air’-kunst. In tegenstelling tot zijn vrienden Larsson en Zorn bleef Liljefors maar kort in Frankrijk. Hij keerde terug naar zijn vaderland, waar hij zijn verworven inzichten inzette voor het weergeven van de plaatselijke natuur.
Hoewel de kat een gedomesticeerd dier is, behoort hij in de jaren 1880-1890 tot Liljefors regelmatig terugkerende onderwerpen. Waarschijnlijk omdat de kat altijd zijn jagersinstinct heeft behouden. Zijn favoriete kattenmodel was Jeppe. Een prachtig bordje van keramiek toont een kat die een vogel te pakken heeft.
Wat opvalt in veel werken van de kunstenaar is de wijze waarop hij gras, takken, bladeren en dergelijke weergeeft. Dat doet hij met vlotte verfstreken en zelfs krassen. Dergelijke fragmenten van zijn doeken zijn haast abstracte kunstwerken op zich.
Hoewel hij dat zelf ontkende lijkt zijn werk beïnvloed door Japanse houtsneden. Een fraai voorbeeld vind ik het schilderij van een witte kwikstaart op een bloeiende bloesemtak.
De kunstenaar ontwikkelde allerlei manieren om dieren ongezien te kunnen waarnemen in hun natuurlijke gedrag. Hij camoufleerde zichzelf en bouwde verstopplekken van waaruit hij dieren kon observeren. Ook was Liljefors een lenig gymnast. Hij kon tot grote hoogte in bomen klimmen en zo vogelnesten optimaal observeren.
Een van de thema’s waar de schilder in het bijzonder in geïnteresseerd was, is camouflagetechnieken. Hij werd bijvoorbeeld gefascineerd door hoe de vacht van hazen in de winter wit kleurde en ze daarmee vrijwel onzichtbaar werden in de sneeuw. In 1913 werd de eerste Salon des artistes animaliers gehouden. Het daar door Liljefors getoonde Les Courlis toont waadvogels die in de moerassen - hun favoriete habitat - vrijwel wegvallen tegen de vegetatie. De toenmalige president van de republiek, Raymond Poincaré, kocht het werk direct aan voor de staat. Het is het enige werk van de schilder in Franse openbare collecties.
Rond 1890 veranderde de Zweedse kunstwereld. Het tot dan dominante genre, historiestukken, werd beschouwd als iets van het verleden. In de voorgaande jaren waren veel schilders naar Frankrijk gereisd en hadden daar ‘Franse thema’s’ geschilderd. Deze kunstenaars werden aangemoedigd terug te keren om alles wat ‘echt Zweeds’ was te schilderen. Daarbij kreeg het noordelijk licht veel aandacht. Hoewel Liljefors vooral dieren bleef schilderen, was hij niet ongevoelig voor dit soort trends. In de negentiger jaren kregen licht en atmosfeer dan ook een belangrijke plaats in zijn landschappen.
Een van de meest spectaculaire werken van Liljefors is Pyargues a queue blanche. Het toont zeearenden die offshore jagen op een zeevogel. Het formaat van het werk was voorheen voorbehouden aan historische taferelen en benadrukt de veranderde waardering voor het genre dierschilderijken. Toen het werk in 18797 tentoon werd gesteld op de Stockholm Art and Industry Exhibition, werd het direct aangekocht door het Nationalmuseum. Het schilderij Oies sauvages atterrissant is een verkleinde versie van het werk dat tentoongesteld werd in het Zweedse Paviljoen op de Wereldtentoonstelling in Parijs in 1900. Twee centrale motieven worden in dit doek verenigd: de weergave van vogels in hun vlucht en het speciale type licht bij schemering. De wilde ganzen werden ook gebruikt voor de omslag van de eerste druk van Selma Lagerlöfs beroemde boek Nils Holgersson’s wonderbare r
1 note · View note